De lente is officieel in het land, en dat was ook zo toen Alphonse Asselbergs (1893-1916) dit werk La floraison des cerisiers à Genck schilderde, met de kerselaren in volle bloei. Het werk dateert uit april 1884. Dit kunnen we met behoorlijke zekerheid neerschrijven, omdat Asselbergs dit lentetafereel datzelfde jaar tentoonstelde samen met een vier andere schilderijen op het Salon van Brussel. Drie ervan maakte hij ook in Genk. Het andere schilderde hij in Fontainebleau, nabij Parijs en Barbizon, dé bakermat van het schilderen en plein air in Europa. Opvallend is dat hij bij elk van deze werken aangaf in de titel in welke maand hij ze schilderde. Hierdoor weten we haast zeker dat hij in december in Genk verbleef, in januari naar Frankrijk trok om dan in februari, maart en april terug te keren naar zijn geliefde Kempendorp.
Wanneer in Genk vertoefde Asselbergs vaak in het gezelschap van bevriende kunstenaars, waaronder Louise Héger, Théodore Tscharner, Edouard Huberti en Joseph Coosemans. Zijn vaste verblijfplaats, net als van zijn kompanen, was Hôtel de la Cloche, gelegen niet zo ver van waar hij dit schilderij maakte.
Het schilderij toont de in 1944 gebombardeerde Sint-Martinuskerk, het hart van het Kempendorp toen. Deze kerk stond op ongeveer dezelfde plek als de huidige Sint-Martinus kerk, zij het minder hoog op de helling. Dit schilderij, haast meer dan welk werk ook in onze collectie, laat de transformatie van het Kempendorp toen naar de stad vandaag zien. Toen Asselbergs dit werk maakte had Genk nog geen 1500 inwoners. Vandaag zijn het er meer dan 66 000.